Where do the paving rocks of the Champs Élisées come from?

The last stage of this Tour de France brings us back to the Paris Basin. Paris itself is built on the younger rock packages that were deposited in this basin. These rocks, with an age of approximately 45 million years old during a period known as the Lutetian, were deposited in a shallow, warm sea and contains enormous fossils, like gastropods (spiral-shapes shells) up to 70 cm in size.

As explained before, sedimentary rocks can be dated based on fossils that existed during a period of geological time, and that are so abundant that they are easily found and recognized. Those are often microfossils, since they occur in great abundances, but also ammonites are useful fossils for dating. On basis of the presence of charactertistic fossils, the geological timescale is subdivided into intervals that are named after type localites where these rocks are particularly abundant, or where they were first described. The Lutetian is such a time interval, and this is named after Paris that was known in Roman times as ‘Lutetia’. (Another prominent time interval was named after a Dutch city: the Maastrichtian. This time interval ended with the meteorite impact that led to the extinction of the dinosaurs, 66 million years ago).

So the time intervals in the geological timescale are largely based on fossils, and originally, we only knew the relative occurrence of these time intervals: a series of rock in which a certain fossil existed is followed by a series in which it didn’t, marking that the fossil species probably went extinct. The geological timescale was built this way in the course of 200 years of painstaking research. Only in the second half of the last century did we really start to piece together how old these intervals were in millions of years. Through measuring the radioactive elements in minerals (like in zircons, as explained in the blog of stage 2), we can determine the absolute age of these time intervals. The Lutetian turns out to start at 48.6 million years ago, and end at 40.4.

And in case you wondered whether the iconic paving rocks of the Champs Élisées consist of limestones from the Lutetian: no. These are pieces of Brown Najran granite from a rock quarrie in Beer Askar and Aakefah in Saudi Arabia. Goodness knows why: granite is not exactly in short supply in France…

D’où viennent les paves des Champs Elysées ?

La dernière étape du tour de France nous ramène dans le bassin de Paris. Paris a été construit sur les roches les plus jeunes qui ont été déposées dans ce bassin. Ces roches ont un âge d’environ 45 millions d’années, une période connue sous le nom de Lutétien et ont été déposées dans une mer chaude qui a révélé des fossiles gigantesques, comme des gastéropodes (coquillages en spirale) de 70 cm. Comme nous l’avons expliqué auparavant, les roches sédimentaires peuvent être datées sur la base des fossiles qu’elles renferment. C’est d’autant plus facile si les fossiles sont nombreux et facilement identifiables. Souvent ce sont des microfossiles car ils sont en général plus nombreux. Les ammonites ont également monté leur utilité pour les datations. L’échelle des temps géologiques est divisée sur la base de la présence de fossiles caractéristiques. Ces intervalles sont nommées d’après des localité types ou les roches de cet étage sont très abondantes, ou alors correspondant à leur première description. Le Lutétien est un de ces intervalles et est nommé d’après Paris, qui s’appelait Lutèce à l’époque Romaine. (Un autre exemple célèbre est le Maastrichtien, d’après la ville Néerlandaise de Maastricht. Cet intervalle s’est terminé avec la chute d’une météorite qui a éradiqué les dinosaures il y a 66 millions d’années)

Les intervalles de temps géologiques sont donc basés sur la présence de fossiles et à l’origine, nous ne connaissions que les occurrences relatives de ces intervalles de temps. Une série de roche contenant un fossile, suivie par une autre séquence de roches ne le contenant plus, cela signifiant que cette espèce fossile est probablement éteinte. L’échelle des temps géologiques a été construite au cours des 200 dernières années à la faveur des recherches méticuleuses. C’est seulement dans la seconde moitié du siècle dernier que les pièces du puzzle ont réellement commencé à s’assembler malgré le fait que ces périodes s’étalent sur des millions d’années. En mesurant les éléments radioactifs dans les minéraux (comme dans les zircons comme nous avons vu à l’étape 2) il est possible de déterminer l’âge absolu de ces intervalles de temps. Le Lutétien commence il y a 48.6 millions d’années et se termine il y a 40.4 millions d’années.

Au fait, si vous vous demandez d’où viennent les pavés des Champs Elysées… il sont fait en calcaires du Lutétien… Non ! Ils viennent du granite de Brown Najran, et plus spécifiquement des carrières de Beer Askar et de Aakefah en Arabie Saoudite. On se demande pourquoi il n’existe pas de circuit court pour le granite en France…

Waar komen de steentjes van de Champs Élisées vandaan?

De laatste etappe van deze Tour brengt ons terug in het bekken van Parijs. Parijs zelf is gebouwd op de jongere pakketten die zijn afgezet in dit bekken. Deze gesteenten, van ongeveer 45 miljoen jaar oud gedurende een periode die aangeduid wordt als het ‘Lutetiën’, zijn afgezet in een ondiepe, warme zee en bevat enorme fossielen, zoals gasteropoden (gewonden slakkenhuizen) die wel 70 cm groot kunnen worden.

Zoals eerder uitgelegd worden sedimentaire gesteenten gedateerd aan de hand van fossielen die gedurende een bepaalde periode voorkwamen en zoveel gevonden worden dat we ze makkelijk kunnen herkennen. Dat zijn vooral microfossielen, want die komen in groten getale voor, maar soms ook ammonieten. Op basis van het voorkomen van bepaalde fossielsoorten is de geologische tijdschaal opgehakt in stukjes die vernoemd zijn naar vindplaatsen van deze gesteentepakketten. Het ‘Lutetiën’ is zo’n tijdvak, en is vernoemd naar Parijs, dat door de Romeinen aangeduid werd als Lutetia. In de officiele geologiesche tijdschaal is er ook een beroemd tijdvak vernoemd naar een Nederlandse plaats: het Maastrichtiën. Dat tijdvak eindigde met de meteorietinslag die de dinosauriërs deed uitsterven, 66 miljoen jaar geleden.

Deze tijdvakken zijn dus gebaseerd op fossielen, en oorspronkelijk wisten we alleen de relatieve opeenvolging van die tijdvakken: er is een serie gesteenten waarin de fossielen voorkwamen, en daarop een serie waarin ze niet meer voorkomen en waarschijnlijk uitgestorven waren. De geologische tijdschaal is op deze manier in de loop van 200 jaar of meer in elkaar gezet. Pas in de tweede helft van de vorige eeuw begonnen we echt een idee te krijgen van de werkelijke ouderdommen van deze tijdvakken, omdat we door het meten van radioactieve elementen in mineralen (zoals zircoon, zoals uitgelegd in de blog bij de tweede etappe) konden bepalen hoe oud gesteenten zijn. Het Lutetiën bleek van 48.6 tot 40.4 miljoen jaar geleden te lopen.

En mocht je je afvragen of ook de steentjes op de Champs Élisées uit kalken uit het Lutetiën bestaat: neen. Dat zijn stukjes Brown Najran graniet die uit een steengroeve in Beer Askar and Aakefah in Saudi-Arabië komen. Waarom mag Joost weten. Half Frankrijk bestaat uit graniet.

Woher kommen die Pflastersteine der Champs Élisées?

Die letzte Etappe dieser Tour de France bringt uns zurück in das Pariser Becken. Paris selbst ist auf den jüngeren Gesteinspaketen aufgebaut, die in diesem Becken abgelagert wurden. Diese Gesteine, mit einem Alter von ca. 45 Millionen Jahren während einer Periode, die als Lutetian bekannt ist, wurden in einem flachen, warmen Meer abgelagert und enthalten enorme Fossilien, wie z. B. Gastropoden (spiralförmige Muscheln) mit einer Größe von bis zu 70 cm.

Wie bereits erläutert, können Sedimentgesteine anhand von Fossilien datiert werden, die während eines geologischen Zeitraums existierten und die so häufig vorkommen, dass sie leicht gefunden und erkannt werden können. Dies sind oft Mikrofossilien, da sie in großen Mengen vorkommen, aber auch Ammoniten sind nützliche Fossilien für die Datierung. Aufgrund des Vorhandenseins charakteristischer Fossilien wird die geologische Zeitskala in Intervalle unterteilt, die nach Typlokalitäten benannt sind, an denen diese Gesteine besonders häufig vorkommen, oder an denen sie erstmals beschrieben wurden. Das Lutetian ist ein solches Zeitintervall, und dieses ist nach Paris benannt, das in römischer Zeit als “Lutetia” bekannt war. (Ein anderes prominentes Zeitintervall wurde nach einer niederländischen Stadt benannt: das Maastrichtium. Dieses Zeitintervall endete mit dem Meteoriteneinschlag, der zum Aussterben der Dinosaurier führte, vor 66 Millionen Jahren).

Die Zeitintervalle in der geologischen Zeitskala beruhen also zum großen Teil auf Fossilien, und ursprünglich kannte man nur das relative Vorkommen dieser Zeitintervalle: Auf eine Gesteinsserie, in der ein bestimmtes Fossil vorkam, folgt eine Serie, in der es nicht vorkam, was bedeutet, dass die fossile Art wahrscheinlich ausgestorben ist. Die geologische Zeitskala wurde auf diese Weise im Laufe von 200 Jahren akribischer Forschung aufgebaut. Erst in der zweiten Hälfte des letzten Jahrhunderts hat man begonnen, das Alter dieser Intervalle in Millionen von Jahren zu bestimmen. Durch die Messung der radioaktiven Elemente in Mineralien (wie in Zirkonen, wie im Blog der Etappe 2 erklärt), können wir das absolute Alter dieser Zeitintervalle bestimmen. Es stellt sich heraus, dass das Lutetian vor 48,6 Millionen Jahren beginnt und bei 40,4 Jahren endet.

Und falls Sie sich gefragt haben, ob die ikonischen Pflastersteine der Champs Élisées aus Kalksteinen aus dem Lutetian bestehen: nein. Es sind Stücke aus braunem Najran-Granit aus einem Steinbruch in Beer Askar und Aakefah in Saudi-Arabien. Weiß der Himmel, warum: Granit ist in Frankreich nicht gerade Mangelware…