Rifts, volcanoes, and coal

Today’s stage leads us from the southeastern margin of the Paris Basin, in which yesterday’s stage ended, tot he next ‘island’ of older rocks. These rocks have been deformed in the ‘Variscan’ mountain building stage, just like the Armorican Massif of Brittany, caused by continental collisions that led to the supercontinent Pangea. To the southeast of the Paris basin, this ‘island’ is the Central Massif, and a peninsula to the north: the Morvan, where today’s stage will finish.

The Variscan mountain range, which in Europe ran from Iberia to the Czech Republic may have looked like the Tibetan Plateau. During the late stages of the formation of this mountain belt, it started to collapse under its own weight, which led to the formation of ‘continental basins’. Just like the Paris basin, these were depressions, but this time because the crust was pulled apart. Crust between large faults started to sink – forming a so-called ‘rift’ – and sediments that were eroded from the margins of the rift were dumped in the valleys caused by the rift (see cross sections at the bottom of this page). Continental basins, like the basin of Blanzy-Le Creuzot where we will finish today (see images below) were not below sea level, but were valleys between hills, with dense vegetation. Rifts often contain volcanoes (for instance the Vogelsberg and the Kaiserstuhl in the Rhine Rift, or Mount Nyiragongo that eruptes a few weeks ago in Congo).

Today’s finish is in the Blanzy-Le Creuzot rift, which contains sediments and lavas of about 300 million years old. Today, it is a hilly area, but during deposition the basin contained a tropical swamp. Even though the world was in an ice age at the time, France was located close to the equator, and vegetation was dense. As a result, large quantities of plant remains first were compacted to peat, and then to coal. There still are old coal mines in the region! (see images below).

Rifts, volcans et charbon

L’étape d’aujourd’hui nous conduit depuis le sud ouest du Bassin de Paris, dans lequel l’étape d’hier s’est arrêtée vers la prochaine « île » de roches anciennes. Ces roches ont été déformées durant l’orogenèse « Varisque », comme le massif Armoricain de Bretagne, suite à une collision entre deux continents qui a permis l’assemblage de la Pangée. Au sud ouest du Bassin de Paris, cette « île » est le Massif central. La péninsule, où vas se terminer l’étape d’aujourd’hui et qui se trouve plein est de notre lieu de départ, est le Morvan.

La chaîne de montagne Varisque, qui en Europe allait de l’Ibérie à la République Tchèque ressemblait probablement au plateau Tibétain. Pendant les stades terminaux de la création de cette chaîne, cette dernière a commencer à s’effondrer sous son propre poids, ce qui a conduit à la formation de bassins continentaux. C’était, comme de le Bassins de Paris, des dépression topographiques, mais cette fois ci causées par le fluage de la croûte. La croûte entre les grandes failles commençait à s’enfoncer, formant ce que l’on nomme un « fossé d’effondrement » ou « rift ». Les sédiments résultant de l’érosion alentour ont commencé à s’accumuler dans les dépressions topographiques causées par le rift (voir la coupe en bas de la page). Des bassins continentaux comme celui de Blanzy-Le Cresot où nous terminerons notre course aujourd’hui n’étaient pas sous le niveau de la mer, mais entre des collines, avec une végétation très dense (voir image ci-dessous). On trouve souvent des volcans dans les rifts (par exemple le Vogelsberg ou le Kaiserstuhl dans le rift (ou grabben) du Rhin , ou le Mont Nyiragongo dont l’éruption à eu lieu il y a quelques semaines en République Démocratique du Congo).

L’arrivé d’aujourd’hui se déroule dans le rift de Blanzy- Le Creusot où l’on trouve des sédiments et des laves qui ont 300 millions d’années. Aujourd’hui le paysage est fait de collines, mais au Carbonifère, cette contrée était un marécage tropical. Malgré le fait que la Terre se trouvait dans un période glaciaire, la France était suffisamment proche de l’équateur, la végétation était dense et luxuriante. Par conséquence, ces plantes, une fois ensevelies se sont compactées pour former de la tourbe, puis transformées ensuite du charbon. Il persiste quelques anciennes mines de charbon dans la région dont il est possible d’observer les vestiges(voir les images ci-dessous).

Slenken, vulkanen, en steenkool

De etappe van vandaag voert ons van de zuidoost-rand van het Bekken van Parijs, waar we gisteren eindigden, naar het volgende ‘eiland’ van oudere gesteenten. Deze zijn vervormd in de de Varistische gebergtevormingsfase net als in het Armoricaans Massief van Bretagne, veroorzaakt door continentbotsingen die tot supercontinent Pangea leidden. Aan de zuid-oostkant van het bekken van Parijs bestaat dat eiland uit het Centraal Massief en een noordelijke uitloper daarvan: de Morvan, waar de rit van vandaag ons heen leidt.

In de laatste stadia van gebergtevorming begon het Varistisch gebergte, dat dus van Spanje naar Tsjechië liep en eruitgezien kan hebben zoals het Tibetaans Plateau – onder zijn eigen gewicht uit elkaar te zakken, en ontstonden er ‘continentale bekkens’. Net zoals het bekken van Parijs waren dit kuilen in de grond, maar deze keer omdat de korst uit elkaar getrokken werd. De korst tussen twee breuken zakt weg – een zogenaamde slenk – en sedimenten die van de randen worden geërodeerd worden in de kuil gedumpt en vormen daar sedimentpakketten. Continentale bekkens, zoals het bekken van Blanzy-Le Creuzot waar we vandaag eindigen, stonden dus niet onder zeewater, maar waren laagvlakten tussen heuvels, waarin begroeiing welig tierde. Beroemde slenken van vandaag de dag zijn de Rijnslenk, en de Oost-Afrikaanse slenk. Dergelijke slenken bevatten vaak ook vulkanen (de Vogelsberg en de Kaiserstuhl in de Rijnslenk bijvoorbeeld, of Mount Nyiragongo die een paar weken geleden in Congo uitgebarsten is).

De etappe van vandaag eindigt in de Blanzy-Le Creuzot slenk, waarin sedimenten en lava’s van zo’n 300 miljoen jaar oud liggen. Nu is het een heuvelrijk gebied, maar in de periode van afzetting bestond de slenk uit een moerassig gebied met een tropisch oerwoud erin. Hoewel we in de periode van vorming in een mondiale ijstijd zaten, lag Frankrijk dicht tegen de evenaar aan, en de begroeiing welig tierde. Het gevolg is dat er grote hoeveelheden plantenmateriaal eerst veen werd, en daarna samenklonk tot steenkool. Ook het steenkool dat vroeger in Zuid-Limburg werd gewonnen is in deze periode gevormd.

Rifts, Vulkane und Kohle

Die heutige Etappe führt uns vom südöstlichen Rand des Pariser Beckens, in dem die gestrige Etappe endete, zur nächsten “Insel” mit älteren Gesteinen. Diese Gesteine wurden in der ‘varizischen’ Gebirgsbildungsphase deformiert, genau wie das Armorikanische Massiv in der Bretagne, verursacht durch Kontinentalkollisionen, die zum Superkontinent Pangaea führten. Im Südosten des Pariser Beckens ist diese ‘Insel’ das Zentralmassiv, im Norden eine Halbinsel. Der Morvan, wo die heutige Etappe enden wird.

Das varizische Gebirge, das sich in Europa von Iberien bis nach Tschechien erstreckte, hat wahrscheinlich wie das tibetische Plateau ausgesehen. In der späten Entstehungsphase dieses Gebirgsgürtels begann das Gebirge unter seinem eigenen Gewicht zusammenzubrechen, was zur Bildung von “kontinentalen Becken” führte. Genau wie beim Pariser Becken handelte es sich dabei um Depressionen, aber dieses Mal, weil die Kruste auseinandergezogen wurde. Die Kruste zwischen großen Störungen begann sich abzusenken – es bildete sich ein so genannter “Graben” – und Sedimente, die von den Rändern des Rifts erodiert wurden, wurden in den durch den Rift entstandenen Tälern abgeladen (siehe Abbildung unten). Kontinentale Becken, wie das Becken von Blanzy-Le Creuzot, wo wir heute enden werden (siehe Bilder unten), lagen nicht unter dem Meeresspiegel, sondern waren Täler zwischen Hügeln, mit dichter Vegetation. Graben enthalten oft Vulkane (z.B. den Vogelsberg und den Kaiserstuhl im Rheingraben, oder den vor einigen Wochen ausgebrochenen Mount Nyiragongo im Kongo).

Das heutige Ziel liegt im Blanzy-Le Creuzot-Graben, der etwa 300 Millionen Jahre alte Sedimente und Laven enthält. Heute ist es ein hügeliges Gebiet, aber während der Ablagerung enthielt das Becken einen tropischen Sumpf. Obwohl sich die Welt zu dieser Zeit in einer Eiszeit befand, lag Frankreich in der Nähe des Äquators, und die Vegetation war sehr dicht. Infolgedessen wurden große Mengen an Pflanzenresten zunächst zu Torf und dann zu Kohle umgewandelt. Noch heute gibt es in der Region alte Kohleminen (siehe Bilder unten)!