8 km of sediment in the Aquitaine Basin

After the spectacle of the Pyrenees, in the stages as well as in the geological history, the peloton descends into the second largest basin of France: the Aquitaine Basin. Along the northern perimeter of this basin are similar rocks as in the Paris Basin: coral reefs from the tropical seas of the Jurassic and Cretaceous, approximately 180-80 million years old. But in contrast to the Paris Basin, the Aquitaine Basin is not a nice, undeformed saucer-shaped basin. Since the formation of the Pyrenees started, some 80 million years ago, a lot of sediment has been dumped on both side of the mountain chain. In the case of the Aquitaine Basin, sediment thickness reaches 8 km in places, and sedimentation continues today in the downstream parts of the Garonne.

The Garonne is one of the larger rivers of France and drains a large part of the Aquitaine Basin. Also the Dordogne river connects eventually in the Garonne, and drains water from the Central Massif. The total ‘catchment’ area (the area drained by the river) of the Garonne is almost 85000 km², more than twice the size of the Netherlands, and nearly three times the size of Belgium.

Similarly to the foreland of the Alps, part of the subsidence of the Aquitaine Basin results from the weight of the Pyrenees that leads to the downbending of the crust of southern France. And as discussed, the uplift of the Pyrenees is visible in the rocks of the Carcassonne Basin: gravels were deposited in the tropical lagoons that existed before the Pyrenees. Sediments along the southern rim of the Aquitaine Basin were folded during the uplift of the Pyrenees (see Figure below) but the rest of the basin is a more or less vertical pile of sediments that fort he majority consists of debris from the mountains: kilometers of gravel, sand, and clay from the last 30 million years form the subsurface. The owners of the vineyards are happy wit hit. And presumably, so are the sprinters.

8 kilomètres de sédiments dans le bassin d’Aquitaine

Après le spectacle des Pyrénées, aussi bien à vélo qu’au niveau géologique, le peloton va passer dans le deuxième plus grand bassin sédimentaire français, le bassin d’Aquitaine. Le long de la partie septentrionale de ce bassin nous rouvons des roches similaires à celles du bassin de Paris, des récifs coralliens des mers tropicales du Jurassique et du crétacé, il y a approximativement 180 à 80 millions d’années. Mais contrairement au bassin de Paris, le bassin d’Aquitaine n’est pas un beau bassin non déformé, en forme d’assiette. Depuis le début de la formation des Pyrénées, il y a environ 80 millions d’années beaucoup de sédiments ont étés déversées de chaque côté de la chaîne de montagne. Dans le bassin d’Aquitaine, la pile sédimentaire atteint par endroits 8 kilomètres et la sédimentation continue à l’aval de la Garonne. La Garonne est un des plus grands fleuves de France et arrose une grande partie du bassin d’Aquitaine. Elle est secondée par la Dordogne, un de ses affluents qui draine le Massif Central. Le bassin versant (l’aire drainée par la rivière) qui en résulte est d’environ 85 000 kilomètres carrés, soit plus de deux fois la taille des Pays-Bas, et presque trois fois la taille de la Belgique.

Comme dans l’avant pays des Alpes, la subsidence du bassin d’Aquitaine résulte de la masse des Pyrénées qui induit une flexure de la croute dans le sud de la France. Comme nous l’avons évoqué, le soulèvement des Pyrénées est observable dans les roches du bassin de Carcassonne. Des graviers ont étés déposés dans des lagons tropicaux qui existaient avant la formation des Pyrénées. Les sédiments de la partie méridionale du bassin d’Aquitaine ont été plissés durant la formation des Pyrénées (voir la figure ci-dessous), mais le reste du bassin correspond à des débris transportés depuis les sommets : des kilomètres de graviers, galets, sables, argiles datant des derniers 30 millions d’années. Les propriétaires des vignes n’en sont pas mécontents, tout comme les sprinteurs…  

8 km sedimenten in het Aquitaine bekken

Na het geweld in de Pyreneeën, zowel in de ritten als in de geologische geschiedenis, zakt het peloton vandaag af naar het een-na-grootste bekken van Frankrijk: het Aquitaine Bekken. Langs de noordrand van dit bekken liggen vergelijkbare gesteenten als in het Bekken van Parijs: de koraalriffen uit de tropische zeeën van het Jura en Krijt, 180-80 miljoen jaar oud. Maar in tegenstelling tot het bekken van Parijs is het Aquitaine Bekken niet een mooie ongedeformeerde schotel. Sinds de vorming van de Pyreneeën begon, zo’n 80 miljoen jaar geleden, is er veel sediment aan weerszijden van het gebergte gedumpt. In het geval van het Aquitaine Bekken ligt er op sommige plekken wel een 8 km dik pakket, en de sedimentatie gaat in de benedenloop van de Garonne vandaag de dag door.

De Garonne is een van de grotere rivieren van Frankrijk en vormt de afwatering voor een groot deel van het Aquitaine bekken. Ook de Dordogne komt uiteindelijk in de Garonne uit, en die voert water af uit het Centraal Massif. Het oppervlak van het totale afwateringsgebied van de Garonne is bijna 85000 vierkante kilometer, ruim twee keer zo groot als het oppervlak van Nederland, en bijna drie keer het oppervlak van België.

Een deel van de bodemdaling van het Aquitaine Bekken komt, net als in de west Alpen, door het gewicht van de Pyreneeën, die de aardkorst doen inbuigen.  Eerder hebben we besproken hoe de opheffing van de Pyreneeën zichtbaar was in het bekken van Carcassonne: daar zagen we dat er grind werd afgezet op de tropische lagunes die bestonden voor de Pyreneeën omhoogkwamen. De sedimenten aan de zuidrand van het Aquitaine Bekken zijn geplooid tijdens de vorming van de Pyreneeën, maar de rest van het bekken is een min of meer verticale stapel met het grootste deel van het puin dat uit het gebergte kwam: kilometers grind en zand en klei uit de laatste 30 miljoen jaar vormen hier de ondergrond. De wijnboeren zijn er blij mee! En de sprinters vermoedelijk ook.

8 km Sediment im Aquitaine-Becken

Nach dem Spektakel der Pyrenäen, sowohl in den Etappen als auch in der geologischen Geschichte, fährt das Peloton in das zweitgrößte Becken Frankreichs hinab: das Aquitanische Becken. Entlang des nördlichen Randes dieses Beckens befinden sich ähnliche Gesteine wie im Pariser Becken: Korallenriffe aus den tropischen Meeren der Jura- und Kreidezeit, etwa 180-80 Millionen Jahre alt.

Aber im Gegensatz zum Pariser Becken ist das Aquitanische Becken kein schönes, undeformiertes untertassenförmiges Becken. Seit dem Beginn der Bildung der Pyrenäen, vor etwa 80 Millionen Jahren, wurde auf beiden Seiten der Gebirgskette eine Menge Sediment abgeladen. Im Fall des Aquitanischen Beckens erreicht die Sedimentdicke stellenweise 8 km, und die Sedimentation setzt sich auch heute noch in den flussabwärts gelegenen Teilen der Garonne fort.

Die Garonne ist einer der größeren Flüsse Frankreichs und entwässert einen großen Teil des Aquitanischen Beckens. Auch der Fluss Dordogne mündet schließlich in die Garonne und entwässert das Wasser des Zentralmassivs. Das gesamte “Einzugsgebiet” (das vom Fluss entwässerte Gebiet) der Garonne ist fast 85000 km² groß, mehr als doppelt so groß wie die Niederlande und fast dreimal so groß wie Belgien. Ähnlich wie das Alpenvorland resultiert ein Teil der Absenkung des Aquitanischen Beckens aus dem Gewicht der Pyrenäen, das zur Absenkung der Kruste Südfrankreichs führt. Und wie bereits erwähnt, ist die Hebung der Pyrenäen in den Gesteinen des Carcassonne-Beckens sichtbar: Die Kiese wurden in den tropischen Lagunen abgelagert, die vor den Pyrenäen existierten. Die Sedimente entlang des südlichen Randes des Aquitanischen Beckens wurden während der Hebung der Pyrenäen gefaltet (siehe Abbildung unten), aber der Rest des Beckens ist eine mehr oder weniger vertikale Anhäufung von Sedimenten, die zum größten Teil aus Schutt aus den Bergen besteht: Kilometerlange Kies-, Sand- und Tonschichten aus den letzten 30 Millionen Jahren bilden den Untergrund. Die Besitzer der Weinberge freuen sich über den Erfolg. Und vermutlich auch die Sprinter.